4/25/2025
Na bijna negen jaar neemt Cees van Boven afscheid als bestuursvoorzitter van Woonzorg Nederland. Onder zijn leiding kreeg de organisatie een nieuw gezicht en werd er een duidelijke koers uitgezet. Tijd om terug te blikken op zijn bestuursperiode: “We staan niet alleen voor een woonopgave, maar voor een samenlevingsopgave.”
Herstart na een moeilijke periode
Toen Cees samen met Arnold Pureveen in 2016 begon, zat de organisatie in een moeilijke positie. Een geplande fusie was afgeblazen, het aantal medewerkers gehalveerd en het vertrouwen broos. “De organisatie was verweesd, niet trots op zichzelf en stond ook onvoldoende op de kaart.” De aandacht voor seniorenhuisvesting was in die tijd minimaal en ook de kwaliteit van de zorg stond onder druk. Kritische geluiden zoals het boek van Hugo Borst over zijn moeder in het verpleeghuis trokken de aandacht van de media en toenmalig minister van Volksgezondheid Martin van Rijn, werd persoonlijk aangesproken op het niveau van de ouderenzorg in Nederland. De voorbeelden laten zien hoe weinig prioriteit er werd gegeven aan de zorg voor ouderen, zowel in de samenleving als in beleidskringen. “In gemeentelijke woonvisies kwam het woordje ‘hondenpoep’ letterlijk vaker voor dan senioren.”
Die onderbelichting raakte Cees en ook bij Woonzorg Nederland moest het anders: “De optelsom van de situatie waarin de organisatie zich op dat moment bevond, gaf ons richting: we zijn met de organisatie aan de slag gegaan om de basis te verstevigen, samen een ondernemingsvisie te formuleren en Woonzorg Nederland weer zichtbaar en trots te maken.”
In zijn bestuursperiode focust Cees zich, samen met medebestuurder Arnold Pureveen, op het herstellen van het fundament van Woonzorg Nederland. Daarbij werd ook landelijk gelobbyd. Zo kwam er onder meer extra geld voor woonvormen met zorg en werd er een Taskforce Wonen en Zorg opgericht. "En met resultaat: vanaf 1 januari 2026 moeten de gemeenten daadwerkelijk programmatisch vertalen wat er in de nationale prestatieafspraken is vastgelegd. Dit houdt onder meer in dat minimaal één op de drie woningen die worden gebouwd, levensloopbestendig moet zijn.”
Van vastgoed naar welzijn
Toen Cees in 2016 bij Woonzorg Nederland begon, stond de organisatie vooral bekend als woningbouwcorporatie, met de nadruk op vastgoed. Na verloop van tijd verschoof de organisatie van een puur vastgoedgerichte focus naar een bredere benadering van welzijn. “In de kern zijn we als woningbouwcorporatie 80 tot 90 procent identiek aan een institutionele belegger, maar we zijn ons steeds meer bewust geworden van de betekenis van woonvormen in relatie tot zorg,” vertelt Cees. Inmiddels is Woonzorg Nederland niet alleen marktleider in seniorenhuisvesting en zorgvastgoed, maar richt de organisatie zich ook actief op het verbeteren van het welzijn van bewoners.
De verschuiving naar welzijn is zichtbaar in verschillende initiatieven, zoals de samenwerking met Alzheimer Nederland om ‘dementievriendelijk bouwen’ mogelijk te maken. Ook wordt er gewerkt aan een langjarig onderzoek in samenwerking met professor Masi Mohammadi van de DEEL Academie, waarin de relatie tussen de fysieke omgeving en het welzijn van ouderen wordt onderzocht. Cees vertelt daarover: “Als iemand het een beetje gezellig heeft, is zijn of haar zorgvraag lager. Een onsje welzijn scheelt een kilo zorg.”
Leiderschap met aandacht
De verschuiving naar welzijn wordt niet alleen gevoed door de organisatie zelf, maar ook door de manier van leidinggeven. Cees stond binnen Woonzorg Nederland bekend als een benaderbare leider. “Ik heb altijd geprobeerd toegankelijk en benaderbaar te zijn. Ik loop graag rond, maak makkelijk een praatje en hecht aan persoonlijk contact,” vertelt hij. In de beginjaren schreef hij de kerstkaarten nog met de hand, en hij probeerde op de hoogte te blijven van wat er speelde in het privéleven van medewerkers. Daarmee droeg hij actief bij aan de cultuur binnen de organisatie: “De bedrijfscultuur is er een van maatschappelijke gedrevenheid, goedgezindheid en weinig cynisme. Daar ben ik trots op – en het zegt ook iets over de mensen die hier werken.”
Toekomst en afscheid
“Eenzaamheid is dodelijker dan roken, dus het is belangrijk om goed na te denken over hoe je woonvormen kunt creëren waar mensen samen zelfstandig wonen en meer delen dan alleen een lift en brievenbus. De vraag is dan ook in welke mate Woonzorg Nederland een instrument kan zijn dat ingezet kan worden in relatie tot die samenlevingsopgave, de vergrijzing.” Dit is dan ook precies het stokje dat Cees wil overdragen aan zijn opvolger Harry Platte.
Over zijn opvolger is hij vol vertrouwen. “We kennen elkaar goed. Harry is een warme, toegankelijke man met een grote drive om echt iets toe te voegen en te verbeteren. Ik weet zeker dat hij zijn eigen accenten zal leggen, maar ook voort zal bouwen op de koers die we de afgelopen jaren hebben ingezet. Samen met Marjan vormt hij een sterk duo dat ongetwijfeld een mooi nieuw hoofdstuk zal schrijven in de geschiedenis van Woonzorg Nederland. Wat ik hem mee zou willen geven is eigenlijk heel simpel – en geleend van Van Kooten & De Bie: ‘Wees Jezelf Broeder.’ Ofwel, blijf kalm, blijf nadenken, blijf dichtbij. Ik wens hem en de organisatie veel zelfvertrouwen, trots en gedrevenheid toe.”
Zelf kijkt Cees uit naar meer balans. “De toekomst brengt voor mij een nieuwe balans. Ik blijf actief: ik heb al enkele toezichthoudende functies en werk binnenkort aan een landelijke opgave, al kan ik daar nu nog niets over zeggen. Tegelijkertijd wil ik meer vrijheid voelen. Het idee dat je gewoon een maand in Parijs kunt wonen en daar een beetje werkt, spreekt me enorm aan. En natuurlijk speelt ook mijn nieuwe rol als opa mee – met een kleindochter in Kopenhagen ligt daar ook een mooie bestemming in het verschiet.”
Als Cees zijn tijd bij Woonzorg Nederland in één zin moet samenvatten, hoeft hij niet lang na te denken:
“Woonzorg Nederland heeft mij de ogen geopend voor de vergrijzing als fundamentele samenlevingsopgave – en dat besef neem ik voor altijd mee.”